1. ZOEKEN
Mijn eerste idee was te beginnen met de vraag "Weet je wel wat je zoekt ?". Maar ik slik dit in. Iedereen zal wellicht hetzelfde zoeken : het blijkbaar ongrijpbare GELUK. Ongrijpbaar ? Nee, dit wil ik niet gezegd hebben. Het geluk ligt voor het grijpen, maar we kunnen of willen onze ogen en ons hart niet gebruiken om er voeling mee te krijgen. Zoeken doen we wel, maar niet op een efficiënte wijze. Hoe heb ikzelf gezocht ? Ik moest en zou gelukkig worden in dit leven, dit was méér dan een betrachting. Eigenaardig genoeg lukte mij dit niet. Ik had zowat alles gepland, hield mij min of meer aan mijn planning, probeerde onderweg menselijk te wezen tegenover anderen die mij dwarsboomden, wist mezelf een eerbaar gelovig mens. Ik had alles "goed" gedaan, maar belandde ver van mijn doel af. Resultaat : depressie, haat en woede, slachtoffer van alles, terwijl ik dus dacht dat ik me serieus had ingezet. Voor mij waren de anderen de schuldigen voor mijn deficit. Eigenlijk zat ikzelf met een enorm schuldgevoel. Hoe kon dit allemaal ? Een mooi doel hebben in je leven, "gelukkig worden" is één zaak. Hoe je dat doel bereikt is een andere. Het "hoe", de middelen dus, had ik zelf bepaald. Ik zou gelukkig worden op "mijn" manier. Ondertussen liet ik alle andere middelen, door mijn omgeving aangereikt, links liggen. De door mij gecreëerde middelen om mijn doel te bereiken waren dus belangrijker dan het doel zelf. Kwam daar nog bovenop dat ik onderweg nog een hele reeks andere doelen interessant begon te vinden en ik dacht dat ik alle tijd had om die efkes erbij te nemen en dat ik dan later mijn grote doel wel zou bereiken. Niks daarvan dus.
2. VINDEN
Je kunt maar vinden wat je zoekt. Zoek je vertier, geld, macht, niets dus, dan vind je ook niets. Als je geluk moet bestaan uit geld en macht met alle opties erbij, dan vind je met wat mazzel geld en macht, maar geen geluk ! Het komt er op aan te beseffen wat nu eigenlijk waarde genoeg heeft om er je geluk aan vast te binden. Je geluk hangt ook af van de anderen om je heen : alléén gelukkig willen zijn tussen ongelukkigen is een illusie : geluk is samenhorigheid, bindt je aan de anderen. Om het geluk te vinden moet geluk je enig doel wezen, te bereiken met alle middelen die je aangereikt worden, of ze je bevallen of niet, ook met je eigen middelen en inzet : “arriveren waar je wil arriveren" is de leuze, zonder de weg te kennen of het voertuig, want het enig doel is arriveren dacht ik. Je hebt ook geen geboden of verboden nodig als je werkelijk doel "geluk" is : je zal niemand kwetsen juist omdat je doel "geluk" is, geluk dat juist ongrijpbaar is zonder de anderen. Wetten en geboden zijn voor dommeriken die niet weten wat ze willen en dertien doelen nastreven : natuurlijk moeten die ingetoomd worden met wetten want ze streven te veel doelen na met teveel eigen middelen die botsen met anderen. Een voorbeeld : een jonge gast houdt enorm van voetbal en wil later de beste voetballer van het land worden. Hij traint en traint, verzorgt zijn lichaam en groeit zo op. Twintig jaar oud : hij is de beste profvoetballer ooit. Dan begint de miserie : een paar schorsingen, een paar blessures, hijzelf is een boom van een vent en sjot er maar op los, bal of been zeg maar. Hij wordt enorm veel op het matje geroepen voor grove fouten en is meer geschorst dan dat hij kan spelen. Wat is er gebeurd ? Als jonge man was zijn doel "heel goed voetballen", eenmaal prof was zijn doel "zo vlug mogelijk geld binnenrijven". Dit veranderde zijn speelwijze, met agressiviteit kon hij méér scoren, van grotere waarde worden. Dus, hij moest met wetten en geboden aan banden gelegd worden ter bescherming van zijn tegenspelers. Was hij bij zijn ene doel gebleven, "de beste kunnen voetballen", dan speelde hij elke week en had er niemand schrik van hem en bleef hij een gevestigde waarde. Daarom zeg ik dat wetten en geboden voor dommeriken zijn die niet weten wat ze willen.